Maarten van Heemskerck (Heemskerck 1498 – Haarlem 1574)

Maarten van Heemskerck - Sint Lucas die de Madonna schildert

Wie zou er ooit van het plaatsje Heemskerck gehoord hebben, als daar niet in 1498 Maarten Jacobsz van Veen was geboren. Hij was een zoon van de landbouwer Jacob Willemsz van Veen en we kennen hem nu als Maarten van Heemskerck, een van de belangrijkste Haarlemse schilders uit de zestiende eeuw. Maarten, die zich van jongs af aan tot de schilderkunst aangetrokken voelde, kreeg zijn eerste lessen van Cornelis Willemszn van Haarlem. De vader van Maarten, die dacht dat schilderen niets te betekenen had, haalde zijn zoon naar huis terug om in het boerenbedrijf te laten werken. Toen deze op zekere dag met tegenzin de koeien aan het melken was, liep hij met zijn volle emmer tegen een boom aan, waardoor bijna de hele emmer verloren ging. Zijn vader achtervolgde hem met een flink stuk hout, met als gevolg dat Maarten die nacht in de hooiberg sliep. De volgende morgen gaf zijn moeder hem een volle knapzak en wat geld, waarmee hij nog diezelfde dag vanuit Haarlem Delft bereikte. Aldus begint de levensbeschrijving van Maarten van Heemskerck in het ‘Schilderboeck’ uit 1604 van Karel van Mander.
Daarin beschrijft Van Mander ook uitgebreid het schilderij ‘Sint Lucas die de Madonna schildert’ van Van Heemskerck, dat Van Mander moet hebben gekend en in zijn tijd in de zuid-kamer van het Prinsenhof bewaard werd.
We zien een Sint-Lucas die ‘Maria met het Kind op schoot’ naar het leven zit te schilderen. Het is een uitmuntend werk, dat op een voortreffelijke manier is gemaakt. Het is mooi van plastiek en komt goed uit tegen de achtergrond. Hij heeft het op de manier van zijn leermeester Van Scorel gedaan, met wat al te scherp afgegrensde lichtpartijen. De Maria met haar innemende en mooie gezicht is prachtig van actie en het Kindeke is heel liefelijk; op haar schoot hangt op zijn oosters een veelkleurige doek, bewerkt met ‘jotselen’ en andere originele versierselen. Het schilderij is prettig om naar te kijken en kan eigenlijk niet beter. De heilige Lucas, voor wie een bakker model heeft gestaan, is een mooie figuur, die het heel goed doet en zich inspant zijn model zo goed mogelijk te volgen. Het palet aan zijn linkerhand lijkt vanaf zijn hand uit het paneel te steken. Het geheel is zo geschilderd dat het van onderaf moet worden bekeken. Achter Sint-Lucas staat iemand die op een dichter lijkt, met een krans van klimopbladeren om zijn hoofd. Het is niet onwaarschijnlijk dat het de schilder zelf voorstelt: een portret op de leeftijd die hij op dat moment had. Ik weet niet of hij hiermee wilde uitdrukken dat schilderen en dichten aan elkaar verwant zijn, en dat schilders een poëtische, scheppende geest moeten hebben. Hij kan er namelijk ook mee bedoeld hebben dat de voorstelling zelf een verdichtsel is. Ook komt er een zeer geslaagde engel met een brandende fakkel op voor. Het is mij niet bekend of er van Maarten stukken bestaan met lieflijker gezichten dan op dit werk. Onder aan het metselwerk heeft hij een briefje geschilderd met daarop de volgende tekst:

Tot een Memory is dese Tafel ghegheven
Van Marten Hemskerk, die ’t heeft gewracht,
Ter eeren S. Lucas heeft hy ’t bedreven,
Dus ghemeen ghesellen heeft hij mede bedacht.
Wy mogen hem dancken, die hier staet present:
Dus willen wy bidden, met alle ons macht,
Dat Gods gratie hem wil zyn ontrent,
Anno Duyst Vc XXX II, ist volent


Den 23. Mey 1532’

Volgens Van Mander was Van Heemskerck drieënveertig jaar, toen hij het schilderij maakte. Maar hij moet zich hebben vergist. Want gezien de jaartallen die hij gebruikt heeft zal hij waarschijnlijk 34 jaar bedoeld hebben. Van Heemskerck voltooide het schilderij vlak voordat hij naar Rome vertrok en schonk het bij wijze van afscheid aan zijn Haarlemse collega’s. Het was waarschijnlijk bestemd voor de gildekapel in de Sint-Bavo in Haarlem en gezien het grote formaat en het opvallend lage standpunt bedoeld voor boven het altaar. Nu hangt het in het Frans Hals Museum in Haarlem.
Na een driejarig verblijf in Rome (volgens sommigen langer) en daar op zekere dag te zijn beroofd, is Van Heemskerck (volgens Van Mander een man met een nogal angstig karakter) naar huis teruggekeerd en heeft daar voor talrijke kerken in allerlei dorpen en steden talloze altaarstukken gemaakt. Hij stierf in 1574 in Haarlem op de respectabele leeftijd van 76 jaar.

Simon Koene

Eerder gepubliceerd  als Openbaar Kunstbezit (33) in Pulchri (2017/4).